Hierbij presenteren wij de digitale begroting van de gemeente Edam-Volendam.
Op de volgende pagina's vindt u een toelichting over de opzet van de begroting alsmede de uitgangspunten waarmee rekening is gehouden in de totstandkoming van deze begroting.
Na de verkiezingen in het voorjaar van 2022 is er een nieuwe coalitie gevormd en is op 16 juni 2022 een nieuw college geïnstalleerd. De nieuwe coalitie heeft een akkoord gepresenteerd met daarin de aandachtspunten voor de komende coalitieperiode. Het coalitieakkoord is de input geweest voor een collegeprogramma dat concretere handvatten gaat bieden voor de begroting vanaf 2023. Besluiten die voortkomen uit het coalitieakkoord en het collegeprogramma zullen in een separaat voorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd en na besluitvorming in de begrotingen voor de komende jaren verwerkt gaan worden.
Gelet op de doorlooptijd in het opstellen van deze meerjarige begroting 2023-2026 is het collegeprogramma niet in deze begroting verwerkt.
De meerjarenbegroting 2023-2026 bestaat bijna volledig uit zaken en taken die de gemeente "going concern" uitvoert. Te denken valt bijvoorbeeld aan het beheer van de openbare buitenruimte, uitvoering van wet- en regelgeving binnen het Sociaal Domein, de reguliere bedrijfsvoering en vergunning en handhaving binnen het ruimtelijk beleid. Zaken die stuk voor stuk essentieel zijn voor de inwoners en ondernemers van en binnen onze gemeente, ook al worden ze niet altijd zo ervaren.
De opzet van de programma's in de begroting is gewijzigd ten opzichte van de vorige begroting. Per programma zijn nu enkele hoofddoelen opgenomen die leiden tot een aantal concrete speerpunten. De begroting is hiermee concreter en de doelen zijn op veel gebieden ook meetbaarder geworden. In tussentijdse rapportages kan het college nu eenduidiger rapporteren over de voortgang op de doelen en speerpunten, naast de financiële afwijkingen.
Financieel vergezicht
Deze meerjarige begroting beslaat een periode van 4 jaar. Als we terugkijken naar de laatste jaren constateert het college dat 4 jaar vooruitkijken bijzonder complex is. Op het moment van het presenteren van deze begroting kent Nederland een ongekend hoog inflatiepercentage en staat het Kabinet voor grote uitdagingen. Dit alles heeft zijn weerslag op taken en verantwoordelijkheden van de gemeente de komende jaren. Financieel zijn het daarmee nog steeds onrustige tijden voor onze inwoners en ondernemers en ook voor de gemeente zelf. Een belangrijke reden voor het laatste is ook dat het kabinetsbeleid een andere cyclus kent dan de gemeenten. Voor de lopende kabinetsperiode (2022-2025) zijn veel uitgaven gepland. De gemeenten hebben hier een voordeel bij, want de hogere rijksuitgaven vertalen zich ook naar een hogere bijdrage in het Gemeentefonds. Echter de kabinetsperiode loopt tot en met 2025, waardoor er sprake was van een forse terugval in het Gemeentefonds in 2026. Op Prinsjesdag 2022 heeft het Kabinet voor 2026 een éénmalige oplossing gevonden. Hiermee is het laatste jaar van onze meerjarige begroting uiteindelijk ook sluitend geworden.
Met de extra miljarden die het Kabinet voor de komende jaren heeft opgenomen ziet de begroting er voor 2023 en verder positief uit. In de afgelopen jaren heeft een college nog niet eerder een dergelijke positieve begroting kunnen presenteren.
Zoals hiervoor gemeld zijn er in het voorjaar van 2022 verkiezingen geweest. Het coalitieakkoord is door het college vertaald naar een concreet collegeprogramma. Het collegeprogramma maakt nog geen onderdeel uit van deze begroting. De uitdagingen voor de gemeente op het gebied van o.a. zorg, wonen, energie en verduurzaming zijn groot en de inspanningen hiervoor zijn nog niet verwerkt in deze begroting, maar zijn onderdeel van het collegeprogramma.
Tot slot
Ondanks een meerjarig positief beeld, inclusief collegeprogramma, is het college zich ervan bewust dat de extra uitgaven van het Kabinet vooralsnog tijdelijk zijn. Dat maakt het noodzakelijk om voorzichtig om te gaan met structurele invulling van de extra taken. Het college heeft bij het opstellen van het collegeprogramma wel rekening gehouden met de tijdelijkheid van de rijksmiddelen maar voorziet voor de periode na 2026 geen grote risico's bij structurele invullingen.
Het college