Indicator | Eenheid | Periode | Bron | Waarde | Benchmark | Waarde |
---|---|---|---|---|---|---|
Formatie | Fte per 1.000 inwoners | 2023 | Eigen gegevens/A+O fonds Gemeenten, Personeelsmonitor Gemeenten 2021 | 8,7 | Nederland | 8,9 |
Bezetting | Fte per 1.000 inwoners | 2023 | Eigen gegevens/A+O fonds Gemeenten, Personeelsmonitor Gemeenten 2021 | 8,0 | Nederland | 8,9 |
Apparaatskosten | Kosten per inwoner | 2023 | Eigen gegevens | 364,64 | ||
Externe inhuur | Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 2023 | Eigen gegevens/A+O fonds Gemeenten, Personeelsmonitor Gemeenten 2021 | 6,24 | Nederland | 16,5 |
Overhead | % van totale lasten | 2023 | Eigen gegevens | 14,1% |
Toelichting per Indicator |
---|
Formatie
De toegestane formatie volgens het vastgestelde formatieplan voor het begrotingsjaar op 1 januari
Bezetting
Het werkelijk aantal fte dat werkzaam is (incl. boventalligen)
Apparaatskosten
Alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur
Externe inhuur
Inhuur voor vervanging of inhuur van specialisten met specialistische vakkennis, die ontbreekt in de organisatie. Geen resultaatopdrachten of inhuur van deskundigheid voor de uitoefening van wettelijke taken.
Overhead
De overheadkosten zoals begroot op taakveld overhead gedeeld door het totaal saldo van de lasten (exclusief toevoegingen aan reserves).
De beleidsindicatoren zijn aangevuld met benchmarkinformatie, indien deze beschikbaar is. Gemeenten zijn boeiende, maar ook complexe en diverse organisaties: elke gemeente is uniek. Hierdoor zijn grote verschillen mogelijk.
Externe inhuur: Jaarlijks wordt een relatief klein gedeelte aan inhuur vooraf ook als specifieke inhuurpost begroot. Binnen de personeelsbegroting kan, afhankelijk van te maken capaciteitskeuzes, een gedeelte van het loonkostenbudget van een team worden besteed aan inhuur in plaats van reguliere bezetting op basis van een aanstelling. Hiervan is met name sprake bij piekbelastingen, vervanging in verband met ziekte of tijdelijke formatieplaatsen; de zogenaamde flexibele schil.